Logo of Team Belgium

Van woensdag 27 februari tot zondag 3 maart worden de wereldkampioenschappen op de baan afgewerkt in het Poolse Pruszkow. De Belgische ploeg denkt voor dit WK zowel aan medailles als aan punten voor de Olympische Spelen.

Focus op het WK ligt vooral op de onderdelen die ook op de Olympische Spelen aan bod komen: de ploegenachtervolging (mannen en vrouwen), de ploegkoers (De Ketele/Ghys en D'hoore/Kopecky) en de omnium (Kopecky en De Vylder) voor de fondrenners, plus de keirin en sprint voor Nicky Degrendele. Disciplines waarin op het WK veel punten kunnen worden gescoord met het oog op deelname aan Tokio 2020.

"De olympische onderdelen zijn uiteraard het belangrijkst. Het WK is een zwaar gehonoreerde kwalificatiewedstrijd voor de puntentelling", vertelde de Belgische bondscoach Peter Pieters woensdag op een persconferentie van de Belgische wielerbond in Gent. "Op een WK wordt al eens gezegd: enkel podium telt. Maar op dit WK is een zevende plek nog altijd beter dan een achtste. De renners zullen moeten blijven knokken voor hun plek."

"Daarnaast zijn er de niet-olympische onderdelen: de scratch en de puntenkoers. Daar beschikken we met Kenny De Ketele, Jolien D'hoore en Lotte Kopecky over renners die kunnen meedoen voor top drie. Samen met de ploegkoers liggen daar onze beste kansen voor de medailles. Dit is en blijft een WK, waar je voor het hoogste gaat, maar als coach zijn de olympische onderdelen voor mij het belangrijkst.

Van de dertien geselecteerde renners reizen er uiteindelijk twee niet af: Sasha Weemaes en Gerben Thijssen, oorspronkelijk aangeduid voor de ploegenachtervolging, komen niet aan de start.

Blessures

De weg richting Pruszkow liep voor de rest van de Belgische ploeg niet over rozen: Kenny De Ketele bezeerde een schouder, Robbe Ghys en Lindsay De Vylder sukkelden met de gezondheid en Nicky Degrendele maakte een zware val bij een wedstrijd in Parijs. Degrendele verdedigt in Polen haar wereldtitel in de keirin, en bereidt zich momenteel nog voor in het Zwitserse Aigle. "Maar het gaat goed met haar", verzekert de bondscoach. "Na haar val is ze gaan twijfelen want de impact bleek zwaarder dan gedacht, maar tijdens een stage van drie weken in Nieuw-Zeeland heeft ze mentaal de switch gemaakt. Ik heb goede hoop dat ze bij de top zes kan eindigen. En als ze daar geraakt, kan ze net zo goed zesde worden als podium halen. Het kan niets worden, maar ik zou ook niet schrikken als ze toch uitpakt."

Concrete ambities spreken de Belgen niet uit. "We hebben drie, vier medaillekandidaten. Als ik op het eind van de rit met één medaille afsluit, hebben ze het goed gedaan. Meedoen in de koers en top-8'en met het oog op de Spelen, dat is voor mij belangrijk", aldus Pieters.

Vorig jaar pakten de Belgen twee WK-medailles in het Nederlandse Apeldoorn: goud met Degrendele in de keirin en zilver met D'hoore in de scratch.